top of page

Kanker heb je niet alleen

  • Foto van schrijver: Lon
    Lon
  • 13 aug
  • 2 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 6 okt

Kanker haalt je hele leven overhoop. Eén telefoontje en je bent van ‘gewoon mens’ ineens ‘patiënt’. Van de ene op de andere dag word je geleefd door ziekenhuisafspraken, controles en behandelingen. Je leven staat stil en gaat tegelijkertijd in sneltreinvaart. Maar dat geldt niet alleen voor de patiënt. Partner, kinderen, naasten; ze zitten in dezelfde trein. Zij krijgen geen chemokuren, scans of littekens, maar wel rake klappen.

 

Ik was de patiënt en ik ben de partner. En dat laatste is veel moeilijker. Ik schreef al eerder over dat zwaard van Damocles). Om mezelf heb ik nooit zo’n paniek gehad. Ik geloofde gewoon dat het goed zou komen. Maar de onzekerheid over hem, de machteloosheid, het niet écht weten wat hij voelt. Zorgen over hoe het moet ‘later als hij er niet meer is’. Het groot houden voor de kinderen, de omgeving, het ‘sterk en optimistisch’ blijven. Ondertussen alles draaiend houden, alles zo normaal mogelijk laten lijken, en ook nog je werk doen. Ik ben wel eens keihard in huilen uitgebarsten als iemand, midden in een spannende periode van behandelingen, vroeg hoe het nou met míj ging.

 

Toen mijn man zijn diagnose kreeg, waren onze kinderen nog klein. We hebben ze verteld dat papa ziek was, maar maakten het niet te dramatisch. Ook niet toen de oncoloog in 2013 zei dat hij ‘snel zoveel mogelijk dingen van zijn bucketlist moest gaan doen’. Inmiddels zijn we, totaal onverwacht, 12 jaar verder. Maar in die tussentijd heb ik geleefd van ‘ik hoop dat hij het haalt totdat ze op de middelbare zitten’, naar ‘tot hun diploma-uitreiking’, naar nu: ‘het zou mooi zijn als hij ze ziet trouwen en/of kinderen krijgen’. En toch, als ik nu naar een mogelijk nieuw huis kijk, let ik vooral op of ik er ook alleen zou willen en kunnen wonen.

 

Toen ik een paar jaar na zijn diagnose zelf kanker kreeg, kregen de kinderen natuurlijk een extra klap. Twee ouders met kanker, dan wankelt je fundament. Kinderen zien en voelen alles. Al zeg je niks, ze voelen de spanning.  En vaak dragen ze dat in stilte, om jou niet nog verdrietiger te maken.

 

De meeste aandacht gaat naar degene met de kanker. Maar als de naaste instort, dondert de hele boel in elkaar. Dus vraag ook eens: “Hoe gaat het met JOU?” en meen het. Breng eten, laat de hond uit, neem de kinderen mee voor een uitje. Geef ruimte om even NIET over kanker te praten. Om heel even gewoon een normaal mens te zijn.


Koffie en veel koekjes. Altijd goed.
Koffie en veel koekjes. Altijd goed.

Wil je op de hoogte blijven van onze perikelen?

Schrijf je in en ben als eerste op de hoogte!

bottom of page