Vakantieliefde en geslachtziektes op zijn Frans
- Lon

- 5 apr
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 6 okt
Ik schreef je laatst al over mijn jeugdzondes, zal ik dan nu ook eindelijk eens het Parijs-verhaal vertellen? Dit was precies de tijd dat wij, de vrouwen met fouten, elkaar leerden kennen. Voor mijn eindexamen kreeg ik van mijn ouders een tripje naar Parijs, samen met mijn zus. Ik denk dat het al op avond één was, dat we op de befaamde trappen van de Sacre Coeur twee charmante Algerijnen leerden kennen.
Ik weet niet meer precies hoe het allemaal ging, maar volgens mij zijn we gelijk met hen mee naar huis gegaan om thee te drinken. Theedrinken ja, want nog steeds zo naïef als een looien deur. Dat was allemaal reuze gezellig en bovendien heel Frans. Ik bedoel, wie zou er niet op slag verliefd worden in een mini-appartementje, in de straat pal naast de Moulin Rouge, Marlboro light longue rokend vanachter zo’n leuk Frans balkon, met uitzicht op de mediterrane winkeltjes aan de overkant?
Ik wel, en zo geschiedde dat ik binnen no time verwikkeld was in (dacht ik toen nog) L’amour pour toujours. En dus kwam ik thuis van dat tripje, zei tegen mijn ouders: ik heb iemand leren kennen en ik ga volgende week weer terug naar Parijs. Ik was uitgeloot voor de studie van mijn keuze, dus dat kwam prima uit. Ouders natuurlijk niet blij, maar wat doe je tegen een verliefde, eigenwijze 17-jarige?
Mijn moeders redenatie was: laat haar maar gaan, want als het niet mag, gaat ze toch en horen we helemaal niks meer van haar. En dat was ook precies wat ik zou hebben gedaan, dus dit was de enige juiste aanpak. Nu belde ik in ieder geval nog een keer per week collect naar huis. (Voor de Gen Z’ers: dat was een telefoonceltruc waarmee je op kosten van de ontvanger belde. Geniaal.)
Het was heerlijk en voelde enorm romantisch. Want hé, in het Frans klinkt sowieso alles sexy en op een studiootje van nog geen 20 m2 is alles extra intens. Als zijn vrienden kwamen, moesten ze op de gang wachten tot ik klaar was met douchen, en elke dag moesten we de (enigszins ranzige) slaapbank weer afhalen om te kunnen zitten. Iedereen had crisis (waar leefde hij eigenlijk van?), dus we leefden op Pims apricot en Marlboro (dat was toen nog betaalbaar).
Een vriend van hem werkte bij een restaurant en die wist precies wanneer er waar Algerijnse bruiloften waren. Daar komen honderden mensen, dus gingen wij bij volslagen vreemden bruiloften crashen om gratis te eten. Viel niemand op. We gingen naar de rollerskatedisco en zwemmen in het gemeentelijke zwembad met een badpak dat ik leende uit de gevonden voorwerpen (gatver!). Regelmatig moesten we keihard rennen als de gendarmerie de trappen van de Sacre Coeur kwam leegvegen in een klopjacht op illegalen. En nog steeds gingen er bij mij geen rode vlaggetjes wapperen.
Toen ik na een poosje alsnog werd aangenomen bij de Akademie voor Journalistiek, moest ik op stel en sprong terug naar Nederland en een kamer zoeken in Tilburg. Geen probleem, mon amour ging gewoon mee. Dat was nog een uitdaging, want hij had geen paspoort en geen geld (ik hoor mezelf nog tegen mijn ouders uitleggen: “hij heeft wel geld, hij kan er alleen even niet bij”.)
Hoe hij het uiteindelijk heeft gefixt weet ik niet, maar een paar weken later zat hij bij mij in mijn kamertje van 2 x3 m. En terwijl ik op introkamp was en mede-vrouw-met-fouten Nico ontmoette, ontdekte hij de rest van Tilburg. Letterlijk. Toen ik terugkwam, kende hij ineens wel heel veel meisjes. Hij leefde nog steeds van niks, want ook de bankrekening was nog steeds 'geblokkeerd'. Mijn ouders gingen op hun strepen staan. Mo moest weg!
Natuurlijk zei ik, schaap dat ik was, dat hij weg was, terwijl hij nog lekker bij mij in bed lag (en bij de rest van Tilburg, zo bleek later). Maar mijn moeder was niet achterlijk, dus op een moment dat ze zeker wist dat ik naar college was, belde ze naar mijn studentenhuis en vroeg naar Mo. Die er dus gewoon nog was. Dat werd zijn glorieuze exit-moment.
Achteraf bleek dat hij, terwijl ik braaf op school zat, heel Tilburg had afgewerkt. Ik schreef hem een boze brief (pre-internet, hè) en ken sindsdien het Franse woord voor geslachtsziekte. Die absolument niet van hem kon komen, schreef hij terug in een lelijke, boze brief. En dat was dan eindelijk zijn echte exit, want ik was dan wel naïef en verliefd, maar zelfs ik had grenzen.
Overigens had ik er nog steeds niets van geleerd, want niet lang daarna sloot ik een lening af om een Audi voor mijn volgende vriendje te kopen. Ja, echt waar, maar daarover later meer.





